De laatste periode merk ik dat behoefte heb om enkele van mijn disciplines weer steviger aan te zetten. Op diverse terreinen. Ik heb een intense zomer achter de rug waarbij ik veel gewerkt heb. Naast het runnen van mijn eigen bedrijf ook in de horeca om bij te verdienen. Nu wil ik me daar weer los van maken omdat ik mijn eigen bedrijf en werkend leven vorm wil geven met dat wat ik het allerliefste doe? Maar wat is en was dat ook alweer? Op een bepaalde manier lijkt het of ik dat ook wat verloren ben de afgelopen tijd met het harde werken. Met name in de horeca.
Het antwoord op wat ik wel wil ligt in mijzelf natuurlijk en om daar weer contact mee te krijgen pak ik mijn disciplines weer op. Dat houd in dat ik mijn bed uit kom en niet blijf liggen onder het warme deken en zorg dat ik om 6.30 op de yogamat sta. Dat houdt ook in dat als ik in de avond mediteer, wat ik trouw elke avond doe, de timer weer zet. Om ook echt een kwartier te zitten in plaats van twee minuten. Een derde vorm die ik ga introduceren is dat ik een maand helemaal vegetarisch ga eten. Mede geïnspireerd op The Game Changers op Netflix, aanrader! Door het “noodgedwongen” harde werken van afgelopen zomer, zijn een aantal van mijn goede gewoontes wat verwaterd. Je weet dat het goed voor je is en toch laat je het en word ik lui. Dit vind ik altijd een boeiende balans. Want vol in een rigide en gedisciplineerde mal leven is ook niet waar ik voor sta en soms is het ook goed om los te komen van welke discipline dan ook, het te beschouwen van een afstandje en lekker te ontspannen. En van daaruit te bekijken waarom je ook alweer doet wat je deed.
Disciplines, mijn vormen daarvan, helpen mij om in contact te zijn met het meest levendige deel in mezelf. Ziel zou je het ook kunnen noemen of dat deel waarin ik helemaal in contact ben met mezelf en de wereld om me heen, eenheid en verbinding ervaar. Het brengt me daar naartoe. Want ook de discipline op zichzelf kan een doel worden en het contact met de eenheid is weg. In yoga en meditatie is dat goed merkbaar.
In Astanga yoga doe je elke dag dezelfde reeks van dynamische asana’s (poses). Daarbij richt je je op je ademhaling die synchroon loopt met de beweging, je focus van je ogen richt je op vast punten (drishti) en daarbij span je ook nog eens de hele tijd je bandhas aan (spieren rond je bekken/onderbuik). Dit alles is al een meditatie van concentratie en focus op zich. Daarbij heb je dan ook nog je te richten op hoe je de pose op zichzelf uit moet voeren. De verleiding is dan vaak, voor mij, want dat is voor een ieder weer anders, dat ik de pose wil “halen” en de pose “goed” wil doen. Een bepaald bereiken in de oefening wil ik dan neerzetten. Als ik dat doe ben in afgesplitst, volg ik een beeld van wat ik denk dat zou moeten. Er is een afsplitsing van de realiteit in mijzelf. Ik ben bezig iets na te streven en niet te ervaren wat zich aandient. Terwijl het er om gaat dat je op de grens van de pose in combinatie met jouw lichaam, de toestand van jouw lichaam op dat moment, bent en niet doet. Dat je daar de grens opzoekt, niet over gaat maar ook niet te losjes bent en dat je precies op dat punt je overgeeft en adem haalt. Dat je daar bent, accepteert hoe het is en de beweging laat ontstaan, dat er van daaruit de ruimte als vanzelf ontstaat en door je heen komt als het ware. Dat je je aanbied. Je bied je aan, aan het scheppende principe wat mij betreft. Zonder de beweging in te zetten, zonder het beoefen van yoga kom je er niet. Maar ook heb je het eindresultaat niet vast te zetten, want dan kom je er ook niet. De discipline zie ik als een richten tot het tussengebied, het scheppende principe. Ik ervaar het als een richten waarin ik tegelijk ontvankelijk ben.
Met meditatie is het net zo. Je zit met alles wat er is, zonder dat je je hecht aan gedachtes, gevoelens of beelden. Of dat je ze juist wegdrukt. Je zit met álles wat er is. Daarin scheid je je niet af maar ben je juist in verbinding. Verbonden met alles in jezelf naar de buitenwereld. Van daaruit ontstaat wat er ontstaat en daarin geef je je over. Levendiger dan dat is er niet.
In een vorige blog schreef ik hierover. “Ik dacht niet na en toch ontstond de gedachte, puur en niet overdacht.”  Ik was in het moment en had me voorbereid. Er ontstond een impuls en die volgende ik, de voorbereiding van de meditatie liet ik los. Ik had de discipline nodig om me voor te bereiden en ook moest ik alles weer loslaten om in het moment vanuit het tussengebied creatief te kunnen zijn. En daarom mediteer weer intensiever en doe ik yoga. Niet alleen vanuit pure creativiteit een meditatie te kunnen leiden, maar ook zo in mijn leven te kunnen zijn. In werk, in alles eigenlijk.