Een oud collega en ik hadden eens een goed gesprek over werk waarin we uitzoomend keken naar zijn loopbaan. De laatste paar jaar was hij manager van een afdeling geweest, had meerdere binnen- en buitenlandse projecten gedraaid, en ook nu weer. Hij had vooral genoten van de opstart van dit laatste project en nadat alles in goede banen was geleid, begon de sleur er in te raken en werd het ‘werken’ voor hem. Maar deze keer wilde hij het project wel helemaal tot het einde afronden, wat al een tijd niet meer gelukt was en niet echt voldoening gaf. Maar ja afronden was ook niet zijn ding. Hij stond op een splitsing: project afronden, of toch weer wat anders zoeken?
Hij was ook alweer om zich heen aan het kijken. Welke kansen er zich aan het voordoen waren in het grote bedrijf waarin hij werkte. Ik merkte dat hij vooral naar buiten aan het kijken was en niet zozeer naar zichzelf. Ik deelde dit met de volgende vraag: “Dirk, eigenlijk heb je de afgelopen jaren van functie naar functie gehopt, van rol naar rol, daar waar de mogelijkheden zich voor deden. Ook nu ben je op zoek naar nieuwe aanbiedingen en kansen. Maar wat vind je eigenlijk leuk, wat zou jij eigenlijk het liefst zelf willen?” Hij viel stil, het was een rake vraag en hij moest ook van verwondering glimlachen. Het avontuur, de spanning, de onzekerheid, leven, dit alles was in die ene glimp zichtbaar in zijn ogen. “Zo heb ik er eigenlijk nog nooit naar gekeken”, reageerde hij even later. Een beetje van slag, wakker geschud, geraakt en ook een beetje versuft. We babbelden nog wat verder en rondden het gesprek af. We gaven elkaar een hand zoals dat in die omgeving gebruikelijk was. En tegelijkertijd kon je voelen dat een knuffel eigenlijk beter paste bij ons beiden. Er was duidelijk een proces in gang gezet.